GOA-project

Het laatmiddeleeuwse havensysteem van Brugge als een maritiem-cultureel landschap

Inleiding

Bijzonder Onderzoeksfonds – Geconcerteerde Onderzoeksactie 2019-2024

Het Brugse havensysteem evolueerde rond de dynamische en continue interactie tussen connectiviteit, cultuur en de handel in bulkgoederen. Dit resulteerde in een uniek maritiem-cultureel landschap, met tal van diasporagemeenschappen (handelaars, clerici, zeelui, …). De studie van het Brugse havenlandschap als een cruciale spil in het laatmiddeleeuwse, internationale netwerk van mensen, goederen en ideeën is dan ook gestructureerd rond deze drie pijlers.

Connectiviteit

Connectiviteit tracht te bepalen welke fysieke en omgevingsfactoren aan de basis lagen van de opkomst, het onderhoud en het uiteindelijke verval van het commerciële netwerk (bijvoorbeeld het ontstaan van de Zwingetijdengeul als gevolg van een tsunami of het proces van verzanding). Deze pijler spitst zich ook toe op de studie van de haveninfrastructuur (kades, dijken, boeien, …) en de organisatie van het havenwezen (regels voor schepen en loodsen, stapelprivileges, …). Connectiviteit richt zich ten slotte eveneens op de organisatorische positie van de Brugse voorhavens als knooppunten in het lokale en internationale handelsnetwerk (overscheping en stapelmarkten). We wensen hierdoor een beter inzicht te verkrijgen in de dynamische interactie tussen mens en natuur en de wijze waarop deze interactie vormgaf aan het laatmiddeleeuwse landschap en de maritieme gemeenschap die er leefde.

Bulkgoederen

Deze pijler stelt zich tot doel de aard, oorsprong en bestemming te bepalen van de bulkgoederen die verhandeld werden in Brugge en de voorhavens in het bijzonder. Er wordt gezocht naar hoe het Zwingebied functioneerde als knooppunt in een internationaal netwerk van goederentransacties. De focus ligt niet zozeer op de reeds goed bestudeerde luxegoederen, maar eerder op de meer alledaagse grondstoffen voor de productie en verwerking van metaal, natuursteen (slijpstenen, maalstenen en ballaststenen), aardewerk, gewei, … We stellen ons dus de vraag hoe de handel in bulkgoederen georganiseerd was in het systeem van de Brugse voorhavens.

Cultuur

Cultuur is als pijler gericht op de aanwezigheid van diverse gemeenschappen van buitenlandse handelaars in het Brugse havenlandschap. Door de studie van archiefmateriaal en archeologische data willen we nagaan of er een specifieke materiële leefomgeving werd nagestreefd en ontwikkeld in deze gemeenschappen. Met andere woorden, we evalueren of het gebruik van materiële cultuur op een lokaal niveau aspecten reflecteert van een globale, maritieme identiteit die als dusdanig verschilt van gebruiksgoederen in aangrenzende gebieden. De wijze waarin de internationale dimensie van handel en de aanwezigheid van handelaarsgemeenschappen weerspiegeld is in de materiële cultuur van huishoudens in het Zwingebied en of er al dan niet een specifieke culturele omgeving bestond vormt aldus de laatste vraagstelling van dit project.

Kaart van de Zwinstreek omstreeks 1300 (© Dante de Ruijsscher).
Conceptueel kader: interactie tussen connectiviteit, cultuur en de handel in bulkgoederen leidde tot het unieke Brugse maritiem culturele landschap.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit GOA-project bouwt verder op een eerder FWO-project ‘Middeleeuws Brugge en zijn voorhavens: Een landschapsarcheologische bijdrage tot het Zwindebat’. De website van dit initiële project is nog steeds hier beschikbaar.